We starten langs de spoorlijn het bos in. Lichtjes dalend. Iets wat we tot aan de abdij van Orval hoofdzakelijk zullen doen. We lopen onder de spoorweg door, en we worden gewaarschuwd voor de everzwijnen in de streek. Na een 8-tal kilometers lopen we langs de zijmuren van het Orval trapistenklooster. Langs de commerciële ingang naar de grote weg die we oversteken en terug de natuur in. Even verder mogen we super leuke paden langs de Ruisseau de Willers verkennen. Een hoogtepunt in deze etappe. Vandaag komen we al vlug aan de bevoorrading. Het parcours liep hoofdzakelijk dalend en de bevoorrading is reeds op kilometer 18. Maar niet zonder eerst nog een stevige klim naar Florenville te overbruggen. In Florenville lopen we tot achter de kerk waar behalve de bevoorrading ook een mooi uitzicht op ons wacht.
Na de bevoorrading volgt een leuke afdaling. Tussen de velden lichtjes bergop, en door een kleine wijk. In deze etappe volgen we een heel stuk afdalend de Semois. Toch is deze niet altijd zichtbaar vanop de route. Na een lange afdaling botsen we plots op een gesloten slagboom. We kunnen er wel vlot om heen. Maar bij deze etappe zit het venijn in de staart. Na de Semois blijft het parcours maar klimmen. Deze keer minder steile stukken. Maar wel steeds maar blijven klimmen. We worden bijna constant vergezeld van leuke kabbelende watertjes. Na enige tijd mag het eens een stukje vlakker gaan. Dan lopen we langs een oude treinbedding gebruikt bij het winnen van Leisteen waarvoor deze streek gekend was. Maar ook dan volgt nog maar eens een klim. Na meer dan 44km volgt nog een kleine afdaling die ons bij de finish brengt. Vandaag ligt de camping ook vlak om de hoek van de finish. Wat wel eens praktisch kan zijn.
