Infoavond

Bijna 70 inschrijvingen. Het was gezellig druk op de infoavond.
Ive Rombout beet de spits af. En leerde ons hoe de man met de hamer vermijden. In eerste instantie is een gezonde en gevariëerde voeding belangrijk. Op wedstrijddagen en intensieve trainingsdagen loopt de behoefte aan kcal op. Daarom is bovenop die gezonde voeding aanvulling via geconcentreerde voeding nodig. Ons lichaam kan een reserve glucose en glycogeen opslaan voor ongeveer 1 uur intensief sporten. Als we langer sporten hebben we aanvulling nodig. Hoe intensiever er getraind wordt, hoe groter de behoefte. Bij een rustige training kan 20 à 30 gram koolhydraten per uur volstaan. Tot 50 gram voor een matige training. En tot 90 gram voor intensieve training. De koolhydraten worden geladen de dagen voor een wedstrijd. Een maaltijd 2 à 3 uur voor de training/wedstrijd. En tijdens de inspanning. Na de inspanning wordt er aangevuld. Zowel koolhydraten als eiwitten. Best verhouding 3/1 tot 4/1. De eiwitten zorgen voor spierherstel en spieropbouw. Eiwitten bestaan uit aminozuren waarbij "Leucine" een heel belangrijke is (ook valine en isoleucine). Hiervan heb je 5 gram per portie recupdrank nodig om de werking optimaal te versnellen. Bij inspanning op lage hartslag kunnen we op vet als energiebron gebruiken. Naast energievoorziening is hydratie zeer belangrijk. Zorgt voor warmteregeling en afvoer van afvalstoffen. Meet hoeveel vocht jij nodig hebt in specifieke omstandigheden door naaktweging voor en na de trainingen. Bij koude omstandigheden kunnen we eventueel hypertone drank kiezen. Bij normale en warme omstandigheden gebruiken we isotone drank. Deze blijft minder lang in de maag en wordt beter opgenomen. Ook ph neutraal (geen citroenzuur toegevoegd) zorgt voor minder maaglast.
Jan Vandendriessche legde de principes van training uit. Een training zorgt voor vermoeidheid. Gevolgd door recuperatie. Dan is er supercompensatie. Daarna is er verlies aan trainingswinst. Nu is het de bedoeling om een tweede trainingsprikel telkens in de periode van de supercompensatie van de eerste trainingsprikel te plaatsen. Voldoende actieve of passieve rust is hiervoor ook belangrijk. De timing van die supercompensatie is van heel wat factoren afhankelijk. Persoonlijke factoren zoals vorm en recuperatie van de atleet. Maar ook van het type training en de duur. Onthou ook dat een zelfde training steeds een verminderend rendement zal geven. Aanpassen van trainingsintensiteit is nodig om een gepast trainingseffect te realiseren. Zo komen we uiteindelijk tot weken met 60% trainingen van hoge intensiteit of hoog volume. En 40% herstel. We plannen in cycli van 4 tot 7 weken. We spreken van intensieve trainingen aan tempo van 10mijl/ of halve marathon. Van extensieve training aan marathon tempo. En lange duurlopen van minstens 2 à 3 uur. Hersteltraining kan ook fietsen of zwemmen zijn. Ook core training en krachttraining zijn belangrijk.

Na een welverdiende pauze was het aan John Rooms. Een gevarieerde sessie. Over de hieldrop van schoenen. Het wel of niet dempen of harde zool van schoenen. De nood van stabiliteitsoefeningen. Het gebruiken van uw zwaartepunt voor een voorwaartse beweging te ondersteunen. Stap wat rond op blote voeten. Gebruik teenspreiders. Zorg dat uw schoen breed genoeg is. En het gewicht van loopschoenen in verhouding is tot uw lichaamsgewicht.

Tenslotte kwam Olivier Verhaege vertellen. Liep in 2009 een eerste marathon. In 2013 de Dodentocht. Beslissing tot Spartathlon in 2014. En 246km lopen is niet onmensselijk. Het zit tussen de oren, is een sportieve uitdaging, vanuit bewijsdrank, ... In de Spartathlon heb je constant de druk van de sluitingstijden. Het is er niet vlak. Je loopt temidden van (stads) verkeer. Belangrijk is de beslissing durven nemen. Opmaken van een plan en omringen met de juiste mensen. Mijn voorbereiding liep via Winschoten, Race to the Stones, De langste nacht, en Heroes ultra Crete. Op 4 april komt zijn boek "Het hoofd weegt zwaarder dan de benen" uit.